Hendrick Teunisz
Hendrick Teunisz ,
geb. op 19-11-1669 te Bussum ?,
ged. Rooms Katholiek op 19-11-1669 te Blaricum,
ovl. op 26-02-1710 te Blaricum,
begr. op 26-02-1710 te Blaricum; Impost: f 6,-,
, -
Blaricum-Dopen-RK; 28-11-1669: Henricus (B?ussum), V: Antonius Gerardie, M: Gertrudis Henrici.- Vader:
Teunis Gerritsz , zn. van Gerrit Jansz Lubbertsz en Grietje Borts ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1671-85,
ovl. op 05-04-1716 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1717-49,
begr. op 05-04-1716 te Blaricum; Theunis Gerrits: Pro Deo,
, -
TOENIS / TEUNIS GERRITSEN / GERRITSZ
Blaricum Koptienden (1671-85 1717-49):
1671-85:v.VADER Gerrit Jansz Lubbertsz 1 Spt 6 cop
t/m 1693-71: Situatie: 1 Spt 6 cop
VERMOEDELIJK:
1693-71/1695-71: v. Bort Gerritsz 6 cop
1695-71 t/m 1697-68: Situatie: 2 Spt 4 cop
1698-68: v. Lambert Gerritsz Perck 2 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 6 cop 1/2
1699-88: v. Jacob Cornelisz Snijder 6 cop
- Situatie: 3 Spt 4 cop 1/2
1700-68: ER STAAT: 3 Spt 3 cop 1/2
1711-49: v. Jan Steevensz Bunschooten 1 Spt
- Situatie: 4 Spt 3 cop 1/2
1712-49: op Jacob Harmensz 7 cop
- op Jan Bunschooten 1 cop
t/m 1714-49: Situatie: 3 Spt 3 cop 1/2
1716-45: op Jacob Seijmonsen 2 cop
- op Lambert Keelwigh Schout tot Huijsen 7 cop 1/2
- op Jaepien Seijmonse 7 cop
- Situatie: 1 Spt 3 cop
1717-45: op Theunis Meeuwens 2 cop
- op Wijgert Klaassen Lamfen 2 cop 3/4
- op Dirck Ploos 6 cop 1/4
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 241; 16-06-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Cornelis Lambertsz als Oom ende vooght van Jacob Hendricksz die transporteerden aen Teunis Gerritsz woonachtigh alhier de helft van seecker
huijs en hofstede waarvan de helft hem Teunis Gerritsz als getrout hebbende Geertje Hendricks selfs is toebehorende
-
SAGV155.2-3238-blz. 354-356; 07-04-1710: Jacob Hendricksz de Saijer eijsser CONTRA Theunis Gerritsz;; Tengnagel als procureur van de Eijsser dede seggen dat indien jare 1669 door Teunis Gerritsz jongman en Geertgen Hendrikz voor bande van haar
huwelijk was opgeregt seecker huwelijks contract waarin zij stelden dat er geen gemeenschap van goederen zou zijn, m.u.v. ...... Nu is Geertie Hendrikz overleden sonder nader gedisponeert te hebben over hare nagelaten goederen, naarlatende op
haar overlijden twee kinderen bij de voorn. Teunis Gerritsz aan haar verweckt, dewelke beijde mede sijn overleden
-
SAGV155.2-3238-blz. 356-359; 05-05-1710: Teunis Gerritsz GEDAAGDE Contra Jacob de Saijer EIJSSER bekende dat tusschen Teunis Gerritsz en Geertje Hendriks desselfs huijsvrouw voor bannen des huwelijk was opgeregt een contract van huwelijkse
voorwaarden bij welke was bedongen retour van goederen, dat Geertie Hendriks eenige tijd hier na is komen te overlijden nalatende twee kinderen bij de gedaagde aan haar verwekt als namentlijk Grietje Borten ?? en Hendrik Teunisz welke beijde
meerderjarig zijnde mede sijn overleden, maar dat egter ook waar is dat in den Jare 1707 Grietje Borten in huwelijk sullende begeven met Cornelis Bregtersz, sij Grietje Bortjesz voornt met haar broeder Hendrik Teunisz beijde meerderjarig sijnde
................. (bij het hertrouwen van den gedaagde geen behoorlijk bewijs van de moederlijke goederen aan sijn voorkinderen gedaan was) hadde verbleven aan het goedvinden van Jacob de Saijer eijsser in desen als OOM van de kinderen van
moeders zijde, en Evert Gerritsz als OOM van de vaderszijde enz
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 30-06-1710: Verklaring Evert Gerritsz, oud ontrent 54 jaren, ten versoecke van Theunis Gerritsz, alsdat ontrent de maand meij 1707 ten mijnen huijse is gekomen een van de kinderen van de requirant,
versoekende eens bij haar vader te koomen en aldaar hebbe gevonden den requirant en nevens (oom) Jacob de Saijer, Hendrik Theunisz en Grietie Theunis beijde meerderjarig kinderen van Theunis Gerritsz verweckt bij Geertie Hendriksz en mij
aanspraek: Evert Oom, vaartie en wij sijn te vreden dat ghij met en nevens onse Oom Jacob de Saijer te samen sullenseggen wat wij voor onze moeder goed sullen hebben, alsoo den tequirant bij sijn hertrouwen aan sijn twee voorkinderen geen
bewijs van moederlijke goederen hadde gedaan, enz,
relatie.
- Moeder:
Geertuijd ( Geertje) Hendricks Saijer de, dr. van Hendrick ,
ovl. op 16-04-1706 te Blaricum,
begr. op 16-04-1706 te Blaricum; Geertje Hendricks: Pro Deo,
, -
Blaricum-Dopen-RK; 28-11-1669: Henricus (Bussum), V: Antonius Gerardie, M: Gertrudis Henrici
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 241; 16-06-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Cornelis Lambertsz als Oom ende vooght van Jacob Hendricksz die transporteerden aen Teunis Gerritsz woonachtigh alhier de helft van seecker
huijs en hofstede waarvan de helft hem Teunis Gerritsz als getrout hebbende Geertje Hendricks selfs is toebehorende
-
SAGV155.2-3238-blz. 354-356; 07-04-1710: Jacob Hendricksz de Saijer eijsser CONTRA Theunis Gerritsz;; Tengnagel als procureur van de Eijsser dede seggen dat indien jare 1669 door Teunis Gerritsz jongman en Geertgen Hendrikz voor bande van haar
huwelijk was opgeregt seecker huwelijks contract waarin zij stelden dat er geen gemeenschap van goederen zou zijn, m.u.v. ...... Nu is Geertie Hendrikz overleden sonder nader gedisponeert te hebben over hare nagelaten goederen, naarlatende op
haar overlijden twee kinderen bij de voorn. Teunis Gerritsz aan haar verweckt, dewelke beijde mede sijn overleden
-
SAGV155.2-3238-blz. 356-359; 05-05-1710: Teunis Gerritsz GEDAAGDE Contra Jacob de Saijer EIJSSER bekende dat tusschen Teunis Gerritsz en Geertje Hendriks desselfs huijsvrouw voor bannen des huwelijk was opgeregt een contract van huwelijkse
voorwaarden bij welke was bedongen retour van goederen, dat Geertie Hendriks eenige tijd hier na is komen te overlijden nalatende twee kinderen bij de gedaagde aan haar verwekt als namentlijk Grietje (Teunis alias) Borten en Hendrik Teunisz
welke beijde meerderjarig zijnde mede sijn overleden, maar dat egter ook waar is dat in den Jare 1707 Grietje Borten in huwelijk sullende begeven met Cornelis Bregtersz, sij Grietje Bortjesz voornt met haar broeder Hendrik Teunisz beijde
meerderjarig sijnde................. (bij het hertrouwen van den gedaagde geen behoorlijk bewijs van de moederlijke goederen aan sijn voorkinderen gedaan was) hadde verbleven aan het goedvinden van Jacob de Saijer eijsser in desen als OOM
van de kinderen van moeders zijde, en Evert Gerritsz als OOM van de vaderszijde enz.
>